Vocabulaire
- VEXcode GO
- Een programmeertaal die wordt gebruikt met VEX GO-robots.
- {When started} blok
- Een blok dat de gekoppelde stapel blokken begint uit te voeren wanneer het project wordt gestart.
- [Rijd voor] blok
- Een blok dat de aandrijflijn een bepaalde afstand vooruit of achteruit beweegt.
- [Draai om] blok
- Een blok dat de aandrijflijn over een bepaalde afstand laat draaien.
- [Wacht] blok
- Een blok dat een bepaalde tijd wacht voordat het naar het volgende blok in een project gaat.
- [Stel bumperkleur in] blok
- Een blok dat de kleur van de LED-bumper instelt.
- Mars
- De vierde planeet vanaf de zon, vaak de “Rode Planeet” genoemd.
- Rover
- Een voertuig dat is ontworpen en wordt gebruikt om een oppervlak, zoals Mars, te verkennen.
- Steekproef
- Een klein stukje van een groter object, bijvoorbeeld grond van het oppervlak van Mars, dat verzameld kan worden.
Het stimuleren van het gebruik van woordenschat
Hieronder staan aanvullende manieren om het gebruik van woordenschat te vergemakkelijken terwijl leerlingen bezig zijn met de activiteiten in eenheid.
Studenten moeten worden aangemoedigd om de volgende woordenschattermen te gebruiken:
- Tijdens alle activiteiten
- Omdat ze in groepen werken
- Terwijl ze reflecteren
- Omdat ze hun kennis en ervaring delen
Tips om het gebruik van woordenschat te stimuleren
- Volg de termen - Houd bij hoe vaak leerlingen woordenschat of andere terminologie uit de eenheid correct gebruiken in hun gesprekken buiten de STEM Labs. Bied een beloning aan voor de leerlingen die gedurende de week de meeste termen kunnen gebruiken.
- Welke andere woorden heb je geleerd? - Studenten leren voortdurend nieuwe woorden door hun leerervaringen. Vraag de leerlingen aan het eind van elk lab of de hele unit om alle nieuwe woorden die ze hebben geleerd te delen. Begin met de woordenschat, maar vraag de leerlingen ook om andere woorden en voeg deze toe aan de GO-documentatie in de klas.