Skip to main content
Docentenportaal

Woordenschat

Algoritme
Een nauwkeurige set instructies bestaande uit sequentie, selectie en iteratie (of lussen) voor gedragingen die door een 123 Robot moeten worden uitgevoerd.
Coderkaarten
Fysieke kaarten die opdrachten vertegenwoordigen die in de Coder moeten worden gebruikt.
Detecteren
Om de aanwezigheid van iets te identificeren.
Rijden tot object
Een coderingskaart die de 123-robot instrueert om vooruit te rijden totdat de oogsensor een object detecteert.
Oogsensor
Een type sensor dat detecteert of er een object aanwezig is, de kleur van het object en de helderheid van het licht.
Iteratie
De herhaling van gedrag in een project. Ook wel lussen genoemd.
Object
Een materieel ding dat kan worden gezien en aangeraakt.
Project
Een lijst met Coderkaarten die samen zijn gesequenced zodat de 123 Robot gedragingen kan uitvoeren.
Selectie
Een beslissing of vraag in een project.
Sensor
Een apparaat dat je robot helpt de wereld om hem heen te begrijpen.
Volgorde
De volgorde waarin Coderkaarten worden uitgevoerd, de een na de ander.

Woordenschatgebruik aanmoedigen

Algemene opmerkingen over het stimuleren van het gebruik van woordenschat bij jonge kinderen:

  • Het doel van het introduceren van aan informatica gerelateerde woordenschat bij jonge kinderen is om hen de woorden op natuurlijke wijze te laten opnemen in hun gesprekken en verkenningen; niet om eenvoudigweg woordenschat te onthouden.
  • Hoe meer kinderen deze woordenschatwoorden horen die in de context van activiteiten worden gebruikt, hoe meer ze deze woorden zelf correct zullen gaan gebruiken. Versterk de woordenschat tijdens dagelijkse activiteiten, zoals het benoemen van "objecten" terwijl je met wiskundige manipulaties werkt, of het "detecteren" van iets dat niet op zijn plaats is tijdens het opruimen.

Tips voor het stimuleren van woordenschatgebruik