Skip to main content
Docentenportaal

Vocabulaire

Kracht
Een duw of trek die een verandering in snelheid, richting of vorm van een object veroorzaakt.
Zwaartekracht
Een kracht die voorwerpen naar de aarde toe trekt.
Eenvoudige machine
Een apparaat waarmee de richting of sterkte van kracht kan worden veranderd en dat wordt gebruikt om werk gemakkelijker te maken.
Werk
Een taak die inspanning kost om te voltooien.
Hellend vlak
Een hellende helling.
Hefboom
Een plank die op één vast punt beweegt.
Draaipunt
Eén enkel punt waarop de hendel rust.
Versnelling
Een wiel met tanden dat wordt gebruikt om kracht over te brengen of op te vangen.
Gemaasd
Wanneer twee of meer tandwielen met hun tanden met elkaar verbonden zijn.
Gegevens
Verzamelde feiten.
Onderzoek
Observeren of bestuderen door nauwkeurig onderzoek en systematisch onderzoek.

Het stimuleren van het gebruik van woordenschat

Hieronder staan aanvullende manieren om het gebruik van woordenschat te vergemakkelijken terwijl leerlingen bezig zijn met de activiteiten in eenheid.

Studenten moeten worden aangemoedigd om de volgende woordenschattermen te gebruiken:

  • Tijdens alle activiteiten
  • Omdat ze in groepen werken
  • Terwijl ze reflecteren
  • Omdat ze hun kennis en ervaring delen

Tips om het gebruik van woordenschat te stimuleren