Ruimtelijk redeneren
Voorspelt STEM-vaardigheid
Uit recent onderzoek is gebleken dat ruimtelijk inzicht de prestaties en vaardigheden op het gebied van STEM-vakken voorspelt. In veel vakgebieden van de wiskunde is een vaardigheid die nodig is om effectief problemen op te lossen, het vermogen om een nauwkeurige en geordende mentale representatie te creëren van het probleem dat moet worden opgelost. Om die voorstelling te kunnen maken, moet je mentaal kunnen visualiseren. Onderzoek toont aan dat ruimtelijk inzicht verband houdt met prestaties op veel gebieden van de wiskunde, waaronder: basisvaardigheden in het meten van getallen en tellen.
Ruimtelijk redeneren is een overkoepelende term die veel cognitieve processen omvat, waaronder het begrijpen van de kenmerken van een bepaald object, de overeenkomsten en verschillen tussen objecten, de transformatie van een object (bijvoorbeeld een rotatie) en het mentaal kunnen samenstellen/ontleden van een object op basis van het zien van de stukken of onderdelen (bijvoorbeeld het samenstellen van een getal met kleinere getallen, zoals in een vergelijking, 4+2=6).
Voorbeelden van ruimtelijk redeneervermogen zijn onder meer het vermogen om denkbeeldige bewegingen in de ruimte te begrijpen en herkennen, ervaringen en observaties te beschrijven met behulp van ruimtelijke taal en mentale processen uit te leggen met behulp van gebaren.
De meeste kinderen hebben tegen de tijd dat ze naar de kleuterschool gaan een gevoel van zelfvertrouwen als het gaat om wiskunde. Sommige studenten hebben het gevoel dat ze de stof goed begrijpen, terwijl anderen zich wanhopig voelen. Ruimtelijk redeneringsvermogen hangt nauw samen met wiskundige vaardigheden en kan ongeacht de leeftijd van een kind worden verbeterd. Een goede manier om het ruimtelijk inzicht te verbeteren, is door leerlingen te laten deelnemen aan bouwkundige taken waarvoor deze vaardigheden nodig zijn. Dit zal geen verrassing zijn, aangezien leraren al een tijdje weten dat leerlingen concepten vaak beter onthouden als ze de kans krijgen om ze in de praktijk te brengen.
Naast de activiteiten die in deze module zijn opgenomen, worden leerlingen ook gestimuleerd om tijdens hun activiteiten 'ruimtelijk te praten'. Bij ruimtelijk praten wordt leerlingen bijvoorbeeld gevraagd om te beschrijven waar bepaalde onderdelen worden geplaatst tijdens het bouwen van een object.