Vocabulaire
- Aantrekken
- Vooruit trekken
- Criteria
- Standaard op basis waarvan iets beoordeeld of besloten kan worden
- Gegevens
- Verzamelde feiten
- Magneet
- Een voorwerp dat ijzer, staal of nikkel aantrekt
- Magnetisch veld
- De ruimte rond de magneet waar de kracht van een magneet op kan werken
- Magnetische kracht
- De kracht die objecten met magnetisch materiaal aantrekt (dichterbij trekt) of afstoot (wegduwt).
- VEX Noord- en Zuidmagneten
- Balken met aan één uiteinde magneten die interacteren met ferrometalen of magneten. De set bevat één Noordpool- en één Zuidpoolmagneet.
- Polen
- De uiteinden van de magneet waar de sterkste magnetische kracht wordt gevoeld
- Afstoten
- Wegduwen
Het stimuleren van het gebruik van woordenschat
Hieronder staan aanvullende manieren om het gebruik van woordenschat te vergemakkelijken terwijl leerlingen bezig zijn met de activiteiten in eenheid.
Studenten moeten worden aangemoedigd om de volgende woordenschattermen te gebruiken:
- Tijdens alle activiteiten
- Omdat ze in groepen werken
- Terwijl ze reflecteren
- Omdat ze hun kennis en ervaring delen
Tips om het gebruik van woordenschat te stimuleren
Maak een flashcardwoordenboek: Laat de leerlingen een geïllustreerd woordenboek maken met behulp van hun eigen set flashcards. Ze moeten elk woord uit de woordenschat en de betekenis ervan op de ene kant schrijven en op de andere kant een tekening maken die hen helpt het woord en de betekenis ervan te onthouden.
- Voorbeeld: Aantrekken
- Definitie: naar voren trekken
- Afbeelding: Een paperclip wordt naar een magneet getrokken. Je kunt een pijl tekenen om de beweging tussen de magneet en de paperclip weer te geven.
Woordmuurspel: Laat de leerlingen een woordmuurspel spelen met de essentiële woordenschat voor het lab. U kunt dit in uw klaslokaal maken om woordenschat en gebruik te benadrukken. Daag leerlingen uit om te kijken hoe vaak ze gedurende de dag een bepaald woord correct en in de juiste context kunnen gebruiken. Begin met vijf telstreepjes op het bord en veeg er telkens één uit als het woord correct wordt gebruikt. Wanneer alle telstreepjes zijn gewist, begin je opnieuw met een nieuw woord.