Vocabulaire
- Mars
- De vierde planeet vanaf de zon, vaak de "Rode Planeet" genoemd.
- Elektromagneet
- Een type magneet waarbij een magnetisch veld wordt opgewekt door een elektrische stroom.
- Oogsensor
- Een type sensor dat detecteert of er een object aanwezig is, de kleur van het object en de helderheid van het licht.
- VEXcode GO
- Een programmeertaal die wordt gebruikt met VEX GO-robots.
- {When started} blok
- Begint met het uitvoeren van de bijgevoegde stapel blokken wanneer het project wordt gestart.
- [Als dan] blok
- Een 'C'-blok dat de blokken erin uitvoert als aan de voorwaarde 'Waar' wordt gerapporteerd.
- [Energize elektromagneet] blok
- Stelt de VEX GO Elektromagneet in op twee verschillende modi: boost of drop.
- <Detects color> blok
- Geeft aan of de oogsensor de opgegeven kleur van een object detecteert.
Het stimuleren van het gebruik van woordenschat
Hieronder staan aanvullende manieren om het gebruik van woordenschat te vergemakkelijken terwijl leerlingen bezig zijn met de activiteiten in eenheid.
Studenten moeten worden aangemoedigd om de volgende woordenschattermen te gebruiken:
- Tijdens alle activiteiten
- Omdat ze in groepen werken
- Terwijl ze reflecteren
- Omdat ze hun kennis en ervaring delen
Tips om het gebruik van woordenschat te stimuleren
- Woordenschat Charades - Speel een spel waarbij woordenschatwoorden op papieren cirkels worden geschreven die de schijven voorstellen. Laat leerlingen de rol van elektromagneet spelen door een papieren schijf op te pakken. Ze moeten samen met hun groepje het woord uit de woordenschat uitbeelden voor de klas. Als ze het goed doen, geweldig! Als ze het fout hebben, moet een andere groep het proberen voordat je naar de volgende schijf gaat.
- Moedig leerlingen aan om beschrijvend te zijn in discussies - Terwijl leerlingen hun projecten maken en zaken beschrijven zoals beoogd gedrag en projectstroom, moedig je ze aan om de namen van de blokken en de woordenschat te gebruiken om hun gesprekken beschrijvender te maken. In plaats van iets te zeggen als "de robot zag rood", kunt u ze helpen de gewoonte te ontwikkelen om handelingen duidelijker en specifieker te beschrijven, bijvoorbeeld "de oogsensor detecteerde dat de schijf rood was". Die specificiteit helpt hen om op een gedetailleerder niveau over projecten na te denken, wat hen kan helpen wanneer zij in de toekomst projecten opzetten.