Skip to main content
Docentenportaal

Woordenschat

Programmeertaal
Een set regels waarin symbolen acties vertegenwoordigen.
Gedrag
Acties uitgevoerd door een robot, gedefinieerd door de programmeertaal.
Opdracht
Instructies die worden gebruikt om gedrag te creëren dat door de robot wordt uitgevoerd. 
Volgorde
De volgorde waarin commando's achter elkaar worden uitgevoerd. De volgorde van het indrukken van de aanraakknop is de volgorde waarin de 123 Robot de acties zal uitvoeren.
Symbool
Een afbeelding of teken dat iets voorstelt. De symbolen op de aanraakknoppen vertegenwoordigen een gedrag voor de 123 Robot.
Ontleden
Een complex probleem opsplitsen in kleinere onderdelen die beter beheersbaar en begrijpelijker zijn.
Verplaatsingsknop
Maakt de 123 Robot bij het indrukken 1 robotlengte vooruit, of 1 vierkant op het 123 Veld.
Linkerknop
Laat de 123 Robot 90 graden naar links draaien wanneer deze wordt ingedrukt.
Rechter knop
Laat de 123 Robot 90 graden naar rechts draaien wanneer deze wordt ingedrukt.
Startknop
Laat de 123 Robot het project starten wanneer deze wordt ingedrukt.

Woordenschatgebruik aanmoedigen

Algemene opmerkingen over het stimuleren van het gebruik van woordenschat bij jonge kinderen:

  • Het doel is om studenten bloot te stellen aan de woordenschat van de informatica, niet om ze termen te laten onthouden zonder context. Studenten zullen deze woorden horen en gebruiken in de context van hun activiteiten op school, en je kunt de woordenschat ook thuis in je gesprekken opnemen.
  • Werk woordenschatwoorden in je dagelijkse routines, om studenten te helpen deze woorden in context te gebruiken. Je student vragen om een reeks te volgen om de tafel voor het diner te dekken, of over welk gedrag hen zal helpen om de aanwijzingen het beste op te volgen, om studenten te helpen deze computerwetenschappelijke concepten aan hun dagelijks leven te koppelen.

Tips voor het stimuleren van woordenschatgebruik