Skip to main content
Docentenportaal

Woordenschat

Programmeertaal
Een set regels waarin symbolen acties vertegenwoordigen.
Gedrag
Acties uitgevoerd door een robot gedefinieerd door de programmeertaal.
Coderkaarten
Fysieke kaarten die opdrachten vertegenwoordigen die in de Coder moeten worden gebruikt.
Opdracht
Instructies die worden gebruikt om gedrag te creëren dat door de robot wordt uitgevoerd.
Project
Een lijst met opdrachten die samen worden gesequenced zodat een robot gedragingen kan uitvoeren.
Bug
Een fout in de code die voorkomt dat een project loopt zoals verwacht.
Volgorde
De volgorde waarin commando's worden uitgevoerd, de een na de ander.
Foutopsporing
Opsporen en oplossen van problemen in een project.

Woordenschatgebruik aanmoedigen

Algemene opmerkingen over het stimuleren van het gebruik van woordenschat bij jonge kinderen:

  • Herinner studenten eraan dat ze bij het uitproberen van nieuwe woordenschatwoorden misschien niet in staat zijn om alles de eerste keer in detail uit te leggen. Stimuleer falen en herinner studenten eraan dat het een belangrijk onderdeel is in het leerproces.
  • Studenten hebben de neiging om woordenschat en taal op te pikken die ze in hun omgeving horen. Zorg er tijdens discussies en uitleg voor dat je zoveel mogelijk woordenschat gebruikt.

Tips voor het stimuleren van woordenschatgebruik