Skip to main content
Docentenportaal

Implementatie van VEX GO STEM Labs

STEM Labs zijn ontworpen als online handleiding voor docenten voor VEX GO. Net als een gedrukte handleiding voor docenten biedt de inhoud van de STEM Labs alle bronnen, materialen en informatie die nodig zijn om te kunnen plannen, lesgeven en beoordelen met VEX GO. De Lab Image Slideshows vormen een aanvulling op dit materiaal voor studenten. Voor meer gedetailleerde informatie over het implementeren van een STEM-lab in uw klaslokaal, zie het artikel Implementatie van VEX GO STEM-labs.

Doelen en normen

Doelen

Studenten zullen solliciteren

  • Hoe beschrijf je de stroom van een project dat sensoren gebruikt om een taak uit te voeren?
  • Hoe je het verschil tussen een wachtend en een niet-wachtend blok beschrijft in termen van projectstroom.

Studenten zullen betekenis geven aan

  • Hoe u besturingsblokken met sensorgegevens kunt gebruiken om de stroom van een project te regelen.
  • Hoe een oogsensor een Booleaanse voorwaarde kan rapporteren die kan worden gebruikt met een [Wachten tot]-blok om de stroom van een project te regelen.

Studenten zullen bedreven zijn in

  • Hoe je een project maakt waarmee een robotarm een schijf kan oppakken wanneer de oogsensor deze detecteert.
  • Het [Wachten tot]-blok gebruiken met een sensor in een project.
  • Gebruik een [Wachten tot]-blok met een niet-wachtend blok, zoals [Energize Electromagnet], om de toestand van een sensor te controleren.

Studenten zullen weten

  • Dat niet-wachtende blokken de stapel laten doorgaan, zelfs als het gedrag van het blok nog niet voltooid is.
  • Dat een wachtend blok de stapel pauzeert totdat het gedrag van dat blok voltooid is.
  • Dat het [Wachten tot]-blok een Control-blok is dat Booleaanse waarden accepteert.
  • Dat het [Wachten tot]-blok herhaaldelijk een Booleaanse voorwaarde controleert en niet naar het volgende blok gaat totdat de voorwaarde waar meldt. 
  • Dat het <Eye detects object?> blok een TRUE- of FALSE-waarde rapporteert in een [Wachten tot]-blok.

Doelstellingen)

Objectief

  1. Studenten leren een oogsensor herkennen en beschrijven en hoe deze werkt in de robotarm (2-assig) om een taak uit te voeren.
  2. Studenten leren wat een voorwaarde is en hoe voorwaarden worden gebruikt om de voortgang van een project te regelen.

Activiteit

  1. In het onderdeel 'Engage' maken leerlingen kennis met een oogsensor en vergelijken en contrasteren deze met een menselijk oog. In het onderdeel 'Afspelen' gebruiken de leerlingen de gerapporteerde waarden van de oogsensor binnen een project om een object te detecteren en een schijf op te pakken.
  2. In de Play-onderdelen maken leerlingen kennis met het <Eye sensor detects object?> blok als voorwaarde en gebruiken ze dit in een project met de robotarm. Tijdens de pauze beschrijven de leerlingen hoe de omstandigheden in hun project zijn gecontroleerd en wat er als gevolg daarvan in de projectstroom is gebeurd.

Onderzoek

  1. Tijdens het onderdeel Delen beschrijven leerlingen hoe de oogsensor in de context van hun project werkte om de robotarm te helpen een schijf te verplaatsen wanneer er een object werd gedetecteerd.
  2. Tijdens het onderdeel Delen beschrijven studenten welke condities zij in hun projecten hebben gebruikt en hoe de gegevens van de oogsensor zijn gebruikt om de projectstroom te regelen en zo een schijf succesvol te verplaatsen met de robotarm (2-assig).

Verbindingen met normen